Als onderdeel van mijn promotieonderzoek over het optimaliseren van de toegangstijd tot poliklinieken heb ik veel artsen uit verschillende ziekenhuizen gesproken over de betekenis van hun toegangstijd. Wat zijn bijvoorbeeld overwegingen waarom je geen korte toegangstijd zou willen?
- Spoed moet snel terecht kunnen, reguliere afspraken kunnen even wachten
- Korte toegangstijden zijn niet efficiënt omdat ze tot lege plekken in je spreekuur leiden
- Patiënten beschouwen artsen met een lange wachtlijst als betere artsen
- Snelle toegang leidt tot onnodige verwijzingen doordat de drempel te laag wordt
- Snelle toegang leidt tot meer onnodige consulten omdat bij een langere toegangstijden sommige klachten vanzelf overgaan.
Wat zijn daarnaast nog overwegingen die bepalen hoe je de spreekuren indeelt en afspraken maakt over de planning van patiënten?
- Spreekuren moeten goed gevuld zijn, zonder compromis voor kwaliteit.
- Gelijke verdeling van nieuwe consulten over alle spreekuren, zodat iedereen evenveel inkomsten genereert
- Praktische problemen moeten snel opgelost worden, bijv. als er semi-spoed controles niet snel genoeg terecht kunnen creëren we daar aparte plekjes voor.
Toen ik een arts vroeg of hij denkt dat de toegangstijd korter dan een week kan zijn riep hij spontaan verbaasd “Ik ben geen kauwgombal automaat!”
Grote groepen artsen hebben hun toegangstijd de afgelopen jaren echter aanzienlijk verkort. Uit de gesprekken met deze artsen komen andere beelden:
“Korte toegangstijden leiden tot stabiliteit en rust op de poli en zijn een belangrijk gebaar naar patiënten. Dat is wat ik het belangrijkst vind, het is patiëntvriendelijk”
“Onze korte toegangstijd is de sleutel tot ons succes. Niks anders.”
“Lange toegangstijden waren een statussymbool. Nu roepen ze de vraag op waarom je je poli nog niet op orde hebt”
Lean denken daagt je uit om wachten steeds verder terug te brengen vanuit de aanname dat als stappen direct aansluiten zonder wachten, dit afdwingt om gezamenlijk het zorgproces betrouwbaar en efficiënt in te richten. Anders gesteld: zorg dat alle routineprocessen net zo snel verlopen als CITO (spoed). Dat kan op korte termijn extra kosten met zich meebrengen, maar op langere termijn zorgt het dat alle processen beter gaan lopen. Denk aan alle tijd die verloren gaat aan het regelen van spoed (bijv. huisarts belt specialist; specialist belt radioloog), maar denk ook aan meer no shows bij lange toegangstijden, vaker afspraken verzetten, ingewikkelde afspraaksystemen om de verschillende spoedstromen te reguleren (spoed, semi-spoed, controles die sneller terecht moeten kunnen) etc, etc.
De ‘kauwgombal’ associatie met de vraag over een korte toegangstijd zou te maken kunnen hebben met een gevoel van verlies van controle; misschien wel een bedreiging van de eigen identiteit: wat kenmerkt het vak van artsen?
Waarom trekt die vraag over een korte toegangstijd een arts uit zijn comfortzone?
P.S. deze blogpost is een kopie van de blogpost 'Toegangstijd' van mij op de opiniepagina van Arts en Auto
En welke definitie wordt hier gehanteerd voor toegangstijd?
BeantwoordenVerwijderen@Syl
BeantwoordenVerwijderenHet aantal dagen tussen de dag dat een patient belt voor een afspraak en dat die afspraak plaats kan vinden. Concreet wordt het gemeten als de derde vrije plek voor nieuwe en controle afspraken als gemiddelde van alle artsen op een polikliniek.